Heeft u werknemers die (ook) vanuit huis werken? Dan wilt u wellicht zorgen voor een zit-sta bureau bij hen thuis. Kan dit onbelast voor de loonheffing? Het antwoord op die vraagt leest u in dit artikel, samen met de mogelijke voorwaarden die voor u als werkgever gelden.

Zit-sta bureau via de werkkostenregeling

U kunt het zit-sta bureau altijd aanwijzen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR). Wel op voorwaarde dat het ‘gebruikelijk’ is om een zit-sta bureau aan een werknemer te vergoeden, te verstrekken of ter beschikking te stellen. De Belastingdienst ziet een vergoeding van maximaal € 2.400 per persoon per jaar als gebruikelijk.

Het nadeel van aanwijzen in de vrije ruimte is dat u mogelijk begin volgend jaar 80% eindheffing moet betalen over het deel van alle vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen waarmee u de vrije ruimte overschrijdt.

Let op! In 2023 bedraagt de vrije ruimte 3% van uw totale fiscale loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het bedrag daarboven.

Gericht vrijgestelde arbovoorziening zit-sta bureau

Gebruik van de vrije ruimte is niet nodig, als u voor het zit-sta bureau gebruik kan maken van de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen. De vergoeding of terbeschikkingstelling is dan onbelast!

Wilt u gebruikmaken van de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen? Dan moet u aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • Het sta-zit bureau moet rechtstreeks voortvloeien uit de Arbowet.
  • Uw werknemer gebruikt het zit-stabureau voor zijn werk op de thuiswerkplek.
  • De werknemer betaalt geen eigen bijdrage voor het zit-stabureau, ook niet door een uitruil bij bijvoorbeeld een cafetariaregeling.

Let op! De gerichte vrijstelling geldt alleen voor een zit-stabureau dat voortvloeit uit de Arbowet. Bij een duurder model zijn de extra kosten niet gericht vrijgesteld. U heeft de mogelijkheid om deze extra kosten wel aan te wijzen voor de vrije ruimte, op voorwaarde dat de extra kosten gebruikelijk zijn. U kunt voor deze extra kosten ook een eigen bijdrage van de werknemer vragen.

Geschreven door:

Manager HRM Kim van de Kasteele

mr. Kim van de Kasteele

Manager HRM