Welk transfer pricing beleid
geldt voor uw bedrijf?

Transfer pricing bij verdelen van de winst over landen

Is uw onderneming gevestigd in meerdere landen, bijvoorbeeld in Duitsland en Nederland? Dan heeft u niet alleen te maken met de Belastingdienst in Nederland. Ook de Belastingdienst in Duitsland wil dan weten hoe het zit met de verdeling van de winst. U heeft dan te maken met transfer pricing (interne verrekenprijzen). Onze internationale adviseurs kunnen u helpen met het opstellen van een goed beleid en het voldoen aan alle (documentatie)verplichtingen.

Wat is uw transfer pricing beleid?

Transfer pricing is van belang als uw onderneming in meerdere landen is gevestigd. Met een transfer pricing beleid wordt inzichtelijk hoe de winst van de grensoverschrijdende onderneming wordt gerealiseerd en in welk land(en) de winst belast hoort te zijn. Door dit beleid is ook duidelijk hoe de onderlinge prijzen van een concern tot stand zijn gekomen. De afgelopen jaren hebben veel landen een eigen specifieke wetgeving op het gebied van transfer pricing ingevoerd. Deze wetgeving is vooral gebaseerd op internationale richtlijnen. Hiermee wordt geprobeerd te voorkomen dat internationale concerns hun winsten laten vallen in landen zonder of met zeer lage belastingtarieven.

 

Een transfer pricing beleid voorkomt fiscale kwesties

Om er zeker van te zijn dat u voldoet aan de documentatieverplichtingen, hoe groot of klein uw onderneming ook is, is het verstandig om een transfer pricing beleid op te stellen. Hierdoor kunt u voorkomen dat u zaken over het hoofd ziet. Door te voldoen aan de documentatieverplichtingen, creëert u transparantie over hoe de winst is verdeeld tussen de verschillende entiteiten binnen de groep. Wij kunnen u ondersteunen bij het opstellen van een transfer pricing beleid en het implementeren hiervan.

Transfer pricing documentatieverplichtingen

De internationale richtlijnen zijn ook geïmplementeerd in Nederland. Deze richtlijnen brengen documentatieverplichtingen voor transfer pricing met zich mee voor bepaalde groepsentiteiten van multinationals. Er wordt onderscheid gemaakt tussen entiteiten met een groepsomzet tot €50 miljoen euro, entiteiten met een groepsomzet van meer dan €50 miljoen euro en entiteiten met een groepsomzet van meer dan €750 miljoen euro.

 

Documentatieverplichtingen voor entiteiten met een groepsomzet tot €50 miljoen

Voor entiteiten met groepsopbrengsten van minder dan €50 miljoen, geldt de documentatieverplichting uit de vennootschapsbelastingwet. Hieruit moet blijken op welke wijze de verrekenprijzen tot stand zijn gekomen. Daarnaast moeten de winsten worden berekend op een zakelijke grondslag, het ‘at arm’s length-beginsel’: de voorwaarden tussen gelieerde partijen moeten gelijk zijn aan de voorwaarden die onafhankelijke partijen overeen zouden zijn gekomen bij vergelijkbare transacties onder vergelijkbare omstandigheden.

De wet legt ook een documentatieverplichting op. Wanneer een belastingplichtige niet voldoet aan deze administratieplicht, riskeert hij een verschuiving van de bewijslast over het ‘at arm’s length-karakter’ van de gehanteerde verrekenprijzen van de inspecteur naar zichzelf.

 

Documentatieverplichtingen voor entiteiten met een groepsomzet vanaf €50 miljoen

Entiteiten met groepsopbrengsten van ten minste €50 miljoen, dienen een groepsdossier en een lokaal dossier in de administratie op te nemen die elk (belasting)jaar worden geactualiseerd. Het groepsdossier wordt op het hoofdkantoor gehouden en in elk land waar het concern actief is, wordt een lokaal dossier opgenomen.

De Belastingdienst gebruikt de informatie uit het groepsdossier om te beoordelen of er sprake kan zijn van een substantieel verrekenprijsrisico (transfer pricing risk). In het groepsdossier moet een overzicht van de ondernemingen van de multinationale groep zijn opgenomen, een beschrijving van de aard van de bedrijfsactiviteiten, de algehele verrekenprijsgedragslijn en de wereldwijde allocatie van inkomen en economische activiteiten.

In het lokale dossier moet een toelichting worden opgenomen die relevant is voor de verrekenprijsanalyse met betrekking tot transacties tussen een belastingplichtige en een gelieerde groepsentiteit in een ander land. Deze toelichting onderbouwt dat aan het ‘at arm’s length-beginsel’ wordt voldaan. Ook moet het lokaal dossier informatie bevatten over de vaste inrichtingen van de zakelijke winstallocatie.

 

Documentatieverplichtingen voor entiteiten met een groepsomzet vanaf €750 miljoen

Als de geconsolideerde groepsopbrengsten van de multinationale groep ten minste €750 miljoen bedragen, dient binnen twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar een landenrapport aan de Belastingdienst te worden verstrekt.

Aangezien de regelgeving zeer strikt is en op elke individuele casus afzonderlijk moet worden aangepast, raden wij u aan contact met ons op te nemen indien u in deze groep valt.

Meer weten over transfer pricing?

Wilt u meer weten over de waarde die Moore DRV voor u kan toevoegen op het gebied van transfer pricing? Laat hier uw contactgegevens achter en wij nemen vrijblijvend contact met u op.

mr. drs. Sjoerd Bult RV

Partner, belastingadviseur en business valuator

Contactformulier

  •  *
  •  *
  •  *
  •  *
  •  *