Staatssecretaris van Rij heeft aangegeven dat de verhoging van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en bronbelasting naar 10,5% per 1 maart voorlopig niet doorgaat. De belastingrente blijft 8%. Bij de voorjaarsbesluitvorming zullen de percentages van de belastingrente integraal worden bekeken. Ons advies blijft om tijdig een voorlopige aanslag aan te vragen om belastingrente (8%) te voorkomen. In dit artikel leest u hier meer over.
Wat is belastingrente?
Belastingrente is een vergoeding aan de Belastingdienst voor het later betalen van belastingen. U betaalt rente over het bedrag dat u aan belasting moet (bij)betalen. In de meeste gevallen ontvangt u geen rente als u recht heeft op een belastingteruggave.
Wat is het rentepercentage?
De rentepercentages van de belastingrente zijn gekoppeld aan wettelijke rente handelstransacties (vennootschapsbelasting) en niet handelstransacties (overige belastingen). De rente bedraagt altijd minimaal 8% voor de vennootschapsbelasting en minimaal 4% voor de overige belastingen.
De wettelijke rente voor handelstransacties steeg per 1 januari 2023 van 8% naar 10,5%. De belastingrente voor de vennootschapsbelasting blijft 8%. De belastingrente voor de overige belastingen blijft overigens vooralsnog 4%.
Let op! De invorderingsrente (verschuldigd in verband met het later betalen dan de uiterste betaaldatum) is in verband met de corona steunmaatregelen verlaagd. Deze wordt in stapjes opgebouwd naar het oude niveau. Vanaf januari 2023 bedraagt de invorderingsrente 2%, 3% vanaf 1 juli 2023 om vervolgens uit te komen op 4% op 1 januari 2024.
Over welke periode wordt belastingrente gerekend?
Vanaf wanneer je belastingrente moet gaan betalen is per belastingsoort anders. Voor de vennootschapsbelasting geldt als hoofdregel dat belastingrente is verschuldigd wanneer na verloop van zes maanden na het boekjaar een (voorlopige) aanslag wordt opgelegd, waarbij een vennootschapsbelasting betaald moet worden. De rente wordt berekend tot 6 weken na de datum op de aanslag. Belastingrente eindigt onder meer ook bij een van de volgende momenten:
- 19 weken nadat de Belastingdienst de aangifte van uw onderneming heeft ontvangen.
- 14 weken nadat de Belastingdienst een verzoek tot opleggen of aanpassen van een voorlopige aanslag heeft ontvangen.
- Uw onderneming vóór 1 juni volgend op het belastingjaar aangifte doet en de Belastingdienst de gegevens uit uw aangifte ongewijzigd overneemt.
Zie hieronder per jaar wanneer de belastingrente aanvangt wanneer het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar:
2021 | Belastingrente vangt aan op 1 juli 2022 |
2022 | Belastingrente vangt aan op 1 juli 2023 |
2023 | Belastingrente vangt aan op 1 juli 2024 |
Belastingrente voorkomen door het aanvragen van een voorlopige aanslag
Vennootschapsbelasting 2022
Uw onderneming betaalt geen belastingrente als u uiterlijk 30 april 2023 een voorlopige aanslag over 2022 aanvraagt. Belastingrente wordt ook niet verschuldigd als de aangifte vennootschapsbelasting 2022 is ontvangen voor 1 juni 2023. Daarbij geldt wel de voorwaarde dat de aanslag conform het de aangifte wordt vastgesteld.
Vennootschapsbelasting eerdere jaren
Ook voor eerdere jaren is het belangrijk om – waar nodig – te verzoeken om een (aanvullende) voorlopige aanslag.
Let op! Het verzoek om aanpassing van de voorlopige aanslag moet zorgvuldig worden gedaan. Wanneer u bij veranderende omstandigheden een verzoek doet om de voorlopige aanslag aan te passen, kan een boete worden opgelegd als u opzettelijk onjuiste informatie verstrekt.
Tip! Als u in uw aangifte een (pleitbaar) standpunt in neemt en achteraf corrigeert de Belastingdienst uw aangifte, dan bent u ook belastingrente verschuldigd. Belastingrente wordt uitsluitend verschuldigd door tijdsverloop en de hoogte van de afwijking van de aangifte. Wilt u een pleitbaar standpunt innemen waarvan u verwacht dat de Belastingdienst een andere mening heeft? Laat u zich dan goed adviseren door een van onze fiscale adviseurs.