Vennootschapsbelasting
(vpb)

Het betalen van de vennootschapsbelasting is een jaarlijkse verplichting waar bijna elke ondernemer van een bv, nv of stichting aan moet geloven. Wanneer uw bedrijf een positief resultaat boekt, bent u hier vennootschapsbelasting over verschuldigd. Het berekenen van uw fiscale resultaat dat u moet aangeven in uw aangifte vennootschapsbelasting is vaak complex. Bovendien wilt u geen boete riskeren of teveel belasting betalen. Op deze pagina zetten we daarom de belangrijkste fiscale regels, de tarieven en aandachtspunten voor de vennootschapsbelasting voor u als ondernemer uiteen.

Wat is vennootschapsbelasting?

De vennootschapsbelasting is een belasting die in Nederland wordt geheven over de winst van ondernemingen. Deze belasting geldt voor besloten vennootschappen (bv’s) en naamloze vennootschappen (nv’s) of een andere rechtsvorm die als onderneming wordt beschouwd, zoals een stichting of vereniging met winstoogmerk. Het tarief van de vennootschapsbelasting is afhankelijk van de hoogte van de winst en bedraagt momenteel maximaal 25%. De vennootschapsbelasting heeft als doel bedoeld om de winst van ondernemingen te belasten en zo bij te dragen aan de financiering van de overheidstaken. Het is een belangrijke inkomstenbron voor de Nederlandse overheid.

Wanneer moet een bedrijf vennootschapsbelasting betalen?

Vennootschapsbelasting moet worden betaald over de belastbare winst van een onderneming. Het moment waarop de vennootschapsbelasting moet worden betaald, hangt af van de grootte van de onderneming en de hoogte van de winst. Kleine ondernemingen die een winst behalen van minder dan €1.000 hoeven geen vennootschapsbelasting te betalen. Ondernemingen moeten zelf aangifte vennootschapsbelasting doen en deze elk jaar vóór 1 juni indienen bij de Belastingdienst. Als de aangifte niet op tijd wordt ingediend, kan er een boete worden opgelegd. Het is daarom belangrijk om op tijd te beginnen met het opstellen van de aangifte en eventuele uitstel aan te vragen als meer tijd nodig is.

De belastingdienst beoordeelt vervolgens deze aangifte en legt eventueel een belastingaanslag op die het bedrijf moet betalen. Voor de meeste ondernemingen moet de vennootschapsbelasting worden betaald in twee termijnen: de eerste termijn vóór 1 juli en de tweede termijn vóór 1 oktober van het jaar volgend op het belastingjaar.

 

Tarieven vennootschapsbelasting 2023

Het tarief van de vennootschapsbelasting is verdeeld over twee schrijven. In 2023 zijn de tarieven voor de vennootschapsbelasting als volgt: over de eerste € 200.000 winst geldt een tarief van 19%, en over de rest van de winst geldt een tarief van 25,8%. Het tarief van 19% over de eerste €200.000 is een verhoging ten opzichte van voorgaande jaren, waarin dit tarief 15% bedroeg. Ook is de eerste schijf verkleind tot €200.000. Voor de jaren na 2023 zijn de tarieven nog niet bekend. De overheid past de tarieven regelmatig aan om het vestigingsklimaat voor ondernemingen te verbeteren en om de belastinginkomsten op peil te houden. Bekijk in de tabel hieronder de tarieven en schijven van de vennootschapsbelasting in 2021, 2022 en 2023.

 

Vennootschapsbelasting202120222023
Eerste schijf (lage tarief): belastbare winst€0 - € 245.000€ 0 - € 395.000€ 0 - € 200.000
Tarief eerste schijf15,0%15,0%19,0%
Tweede schijf (regulier tarief): belastbare winst> 245.000> 395.000> € 200.000
Tarief tweede schijf25,0%25,8%25,8%

 

Hoe bereken je de vennootschapsbelasting?

De vennootschapsbelasting wordt per jaar geheven en daarom wordt gekeken naar de zogenaamde jaarwinst van uw onderneming. De winst wordt simpel gezegd bepaald door de gemaakte omzet te verminderen met de gemaakt kosten. Maar er zijn een hoop andere factoren die meewegen voor het bepalen van uw fiscale resultaat voor de aangifte vennootschapsbelasting. Houd voor het bepalen van uw fiscale resultaat rekening met:

  • De deelnemingsvrijstelling: resultaten uit deelnemingen met een belang van meer dan 5% worden niet meegenomen bij het bepalen van het fiscale resultaat.
  • Niet aftrekbare kosten.
  • De herinvesteringsreserve: belastingheffing over boekwinsten op materiële vaste activa kan onder voorwaarden doorgeschoven worden naar de toekomst.
  • Fiscaal hogere of lagere afschrijving doordat bijvoorbeeld in het verleden de herinvesteringsreserve is toegepast of fiscale afschrijving niet meer mogelijk is.
  • Investeringsaftrek en of desinvesteringsbijtelling.
  • Fiscaal hogere of lagere dotatie aan lijfrente of pensioenverplichtingen.
  • Niet aftrekbare rente als gevolg van in de wet opgenomen bepalingen.
  • De aanwezigheid van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
  • De verrekening van verliezen.
  • De innovatiebox: fiscaal voordeel voor innovatieve activiteiten.

 

Aangifte vennootschapsbelasting

Om aangifte te doen voor de vennootschapsbelasting moet u alle gegevens verzamelen en de aangifte invullen via het online portaal van de Belastingdienst. Controleer vervolgens zorgvuldig de ingevulde gegevens en dien de aangifte in vóór 1 juni van het jaar volgend op het belastingjaar. De fiscale regels voor het bepalen van het fiscale belastbare bedrag in de vennootschapsbelasting zijn vaak complex en hebben veel uitzonderingen. Wanneer de aangifte vennootschapsbelasting te laat, onvolledig of onjuist is riskeert u een boete. En wanneer u aftrekposten vergeet of kansen mist, dan betaalt u te veel belasting. Het is belangrijk om nauwkeurig te werk te gaan om fouten en boetes te voorkomen.

Onze fiscalisten weten hoe een aangifte vennootschapsbelasting opgesteld moet worden en welke wet- en regelgeving op uw onderneming van toepassing is. Ook kunnen wij gebruikmaken van de uitstelregeling van de Belastingdienst zodat u langer de tijd heeft voor uw aangifte. Onze fiscalisten helpen u graag met uw aangifte vennootschapsbelasting. Zo bespaart u uzelf tijd en weet u zeker dat alles in orde is!

 

Uitzonderingen vennootschapsbelasting

Er zijn een aantal uitzonderingen op de vennootschapsbelasting, waarbij bepaalde ondernemingen of organisaties geen of slechts gedeeltelijk vennootschapsbelasting hoeven te betalen. Enkele voorbeelden zijn:

  • Stichtingen en verenigingen: niet-commerciële stichtingen en verenigingen zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
  • Startende ondernemingen: startende ondernemingen kunnen in de eerste jaren na oprichting gebruikmaken van verschillende fiscale regelingen, waaronder een verlaagd tarief voor de vennootschapsbelasting.
  • Culturele instellingen: culturele instellingen, zoals musea en theaters, zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
  • Vrijgestelde beleggingsinstellingen: beleggingsinstellingen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
  • Internationale ondernemingen: internationale ondernemingen die in Nederland gevestigd zijn, kunnen onder bepaalde voorwaarden gebruikmaken van belastingverdragen tussen Nederland en andere landen om dubbele belastingheffing te voorkomen.

Het is belangrijk om te controleren of uw onderneming of organisatie in aanmerking komt voor een uitzondering op de vennootschapsbelasting. Zo voorkomt u dat u onnodig belasting betaalt. Uiteraard kunnen we u hierbij helpen.