Als werkgever kunt u een tegemoetkoming ontvangen via het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor werknemers met een laag loon. Dit zijn de werknemers die gemiddeld minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon verdienen. Onlangs zijn de uurloongrenzen voor 2022 bekendgemaakt door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit artikel leest u hier meer over.
Uurloongrenzen LIV en LKV per 1 januari 2022
Het LIV is net als het lage-inkomensvoordeel voor jongeren (jeugd-LIV) en de loonkostenvoordelen (LKV’s) een tegemoetkoming die werkgevers kunnen ontvangen per verloond uur.
Om in aanmerking te komen voor het LIV moet u ervoor zorgen dat het uurloon van uw werknemer gemiddeld over het hele kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon is.
100% | 125% | |
---|---|---|
Gemiddeld bruto per uur | € 10,73 | € 13,43 |
De tegemoetkoming bedraagt € 0,49 per verloond uur en kent een bovengrens van € 960 per werknemer per jaar.
Verloonde uren zijn de uren waarover loon wordt betaald. Dit zijn:
- De contracturen.
- Niet-gewerkte, maar wel uitbetaalde uren, bijvoorbeeld tijdens verlof of ziekte.
- Niet opgenomen, maar wel uitbetaalde verlofuren.
Geen verloonde uren zijn:
- Niet-gewerkte onbetaalde uren, bijvoorbeeld onbetaald verlof.
- Wel gewerkte, maar onbetaalde uren, bijvoorbeeld adv-uren (arbeidsduurverkorting) en onbetaalde overwerkuren.
Uurloongrenzen jeugd-LIV pas halverwege 2022 bekend
De uurloongrenzen voor het jeugd-LIV worden afgeleid van het minimumloon over het hele kalenderjaar 2022. Deze worden daarom pas vastgesteld zodra het wettelijk minimumloon per 1 juli 2022 bekend is.
Wat zijn de voorwaarden voor het LIV?
De werknemer moet voor het LIV aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De werknemer heeft in het kalenderjaar minimaal 1.248 verloonde uren binnen een organisatie.
- Het gemiddelde uurloon per kalenderjaar van de werknemer is minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon bij een werkweek van 40 uur.
- De werknemer geniet loon uit tegenwoordige arbeid in een dienstbetrekking.
- De werknemer is verzekerd voor een of meerdere werknemersverzekeringen.
- De werknemer heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
Geen actie nodig voor aanvragen LIV
Voor het aanvragen van het LIV hoeft u nu geen actie te ondernemen. Het UWV beoordeelt namelijk aan de hand van uw loonaangiften of u aan de voorwaarden voldoet. Vervolgens stuurt het UWV de informatie naar de Belastingdienst. Deze neemt de uiteindelijke beslissing.
U ontvangt vóór 15 maart een voorlopige berekening. Tot en met 1 mei kunt u correcties over het voorgaande jaar doorgeven. Controleer deze goed! De tegemoetkomingen worden namelijk gebaseerd op uw aangiften loonheffingen. Is deze fout, dan moet u de aangifte corrigeren. Doet u dit niet, dan kan het zijn dat u minder tegemoetkoming krijgt dan waar u recht op heeft. Krijgt u door een fout te veel aan tegemoetkoming, dan wordt dit later teruggevorderd. Daarbij kan een boete worden opgelegd en rente geheven. De Belastingdienst stuurt u uiterlijk 31 juli de definitieve berekening van de LIV en betaalt u de tegemoetkoming binnen 6 weken na de datum van de definitieve berekening.