Tot 1 januari 2019 gold de houdsterverliesregeling. Door deze regeling konden verliezen gemaakt door een houdstervennootschap onder voorwaarden verrekend worden. Door een recent arrest kunt u deze verliezen mogelijk toch nog verrekenen. In dit artikel leest u meer over hoe u in de toekomst houdsterverliezen verrekent.

Wat is een houdstervennootschap?

Van een houdstervennootschap is sprake wanneer een onderneming zelf geen bedrijf voert, maar nagenoeg uitsluitend aandeelhouder is in één of meerdere andere vennootschappen. De feitelijke werkzaamheden van het lichaam bestaan dus enkel uit het houden van deelnemingen en/of het (in)direct financieren van verbonden lichamen. Het verlies van houdsteractiviteiten was slechts verrekenbaar met de winst van een jaar waarin het lichaam eveneens als houdsterlichaam kwalificeert. Door de vormgeving van deze regeling was verliesverrekening tot 1 januari 2019 per saldo praktisch onmogelijk.

Mogelijkheid om alsnog houdsterverliezen te verrekenen

Recent heeft de Hoge Raad in een arrest goedgekeurd dat houdsterverliezen alsnog verrekend kunnen worden. Daarbij ging het om de verrekening van houdsterverliezen met niet-houdsterwinsten (bedrijfswinsten dus) van een nieuw gevoegde dochter in een fiscale eenheid. Hoewel deze mogelijkheid al lange tijd bekend was, is het oordeel van de Hoge Raad toch verrassend. Deze mogelijkheid is namelijk duidelijk in strijd met het doel en de strekking van de wet.

Relevantie: van praktisch niet verrekenbaar naar verrekenbaar

Op basis van dit arrest kunnen de oude houdsterverliezen ineens wel verrekend worden. De houdster moet hiervoor een dochteronderneming oprichten met winstgevende activiteiten. Deze moet in een fiscale eenheid gevoegd worden met als moedermaatschappij de houdstervennootschap. Op die manier kan de houdster haar voorvoegingshoudsterverliezen eenvoudig gaan verrekenen.

Reparatiewetgeving?

De per 1 januari 2019 bestaande houdsterverliezen zijn tot 1 januari 2028 verrekenbaar. Per 1 januari 2022 zal een nieuw regime gaan gelden waardoor verliesverrekening onbeperkt in de tijd kan plaatsvinden. Gezien het openstaande bedrag aan niet verrekenbare houdsterverliezen is het reëel om te veronderstellen dat reparatiewetgeving zal volgen.

Geschreven door:

Partner en fiscaal jurist Marielle Spuijbroek

mr. Mariëlle Spuijbroek

Partner en belastingadviseur